De aarde ontstond ongeveer 4.6 miljard jaar geleden. Daarover zijn de meeste geologen en astronomen het eens. Maar het vergt een behoorlijke dosis verbeelding om die wervelende wolk van gas, stof en rommel ‘aarde’ te noemen. Er begon zich toen wel iets te vormen dat zich uiteindelijk ontwikkeld heeft tot die blauwe knikker waar we ons nu op bevinden.
Ik weet niet of u dat ook heeft, en misschien ligt het aan het feit dat ik fotograaf ben, maar ik fantaseer graag over hoe de aarde er toen moet uitgezien hebben. De beginperiode moet heftig geweest zijn en kreeg van de geologen passend de naam Hadeïcum, de Helletijd. Een turbulente geboortefase met voortdurende inslagen van meteorieten, kleine planeten en andere rommel die in ons zonnestelsel rondvloog. Bombardementen noemen geologen het. Van die periode weten we bitter weinig. Er zijn enkele mineralen op aarde gevonden die we kunnen dateren tot 4.3 miljard jaar geleden en we hebben gegevens van meteorieten en onze maan die wijzen op een leeftijd van 4.6 miljard jaar geleden maar onze kennis van die periode is veel te fragmentarisch om een realistisch beeld te schetsen van hoe de aarde er toen uitzag.
Maar na het Hadeïcum, een losse 600 miljoen jaar (!) van chaos en bombardementen, zou dat hele zootje dan wat gekalmeerd zijn en kon de aarde beginnen aan zijn ‘vorming’. Ons beeld van de aarde toen is nog steeds heel fragmentarisch en vooral gebaseerd op hypotheses en creatief giswerk. We weten dat er veel water moet geweest zijn. De meteorieten en planetesimalen (kleine planeten) die tijdens het Hadeïcum insloegen op aarde bevatten veel ijs en brachten op die manier water op aarde. Al het water van de oceanen nu moet er toen ook al geweest zijn.
Waarschijnlijk was de aarde dus een grote watermassa met daarin ronddrijvende minicontinentjes die op elkaar botsten en weer afscheurden. We vermoeden dat alles vrij kleurloos was omdat er nog geen oxidatie in de atmosfeer was. Dat proces van verzamelen en weer opbreken zou doorgegaan zijn gedurende miljoenen jaren in eindeloze cycli van ijstijden en warmere periodes.
Door de studie van gesteenten en water vinden we brokstukken van informatie. Maar die kennis is als een boek lezen waar pagina’s en hoofdstukken in ontbreken. De hiaten in het verhaal proberen we zo coherent mogelijk in te vullen door een combinatie van theorie en verbeelding.
In grote lijnen weten we dus wat er gebeurd is maar de details ontglippen ons en het is ontzettend lastig om er ons een ‘beeld’ van te vormen. Als je wat googlet op hoe de aarde eruit zag 4 miljard jaar geleden krijg je verschillende computer-renderings te zien die er soms vrij spectaculair maar vooral heel… computer gegenereerd uitzien. Is dat omdat we het ons simpelweg niet kunnen voorstellen? Of omdat we nog veel gegevens ontbreken? Of omdat we geen referentiebeelden hebben? Soms lees je verwijzingen dat de aarde er kan uitgezien hebben als een bepaalde maan van Jupiter bijvoorbeeld, of stukjes landschap van Mars. We zoeken naar een verwijzing omdat we niet zomaar uit het niets met de informatie die we hebben een beeld kunnen vormen. Astronomen (NASA bvb) doen vaak een beroep op kunstenaars om hun beelden en data te ‘interpreteren’ en er een ‘voorstelling’ van te maken.
Als we toch een poging willen wagen, is de zee misschien een aanknopingspunt. Het is in elk geval een element dat sindsdien relatief weinig veranderd is. Neem een verlaten plek ergens langs de Noorse fjorden of de Zuid-Afrikaanse rotskust, denk de vogels en begroeiing weg en misschien zag de aarde er in het Precambrium ongeveer zo uit. Een eenvoudig en streng landschap, vrij monochroom met hoofdzakelijk bruine en grijze tinten, ondiepe, slingerende rivieren die het helder water naar de eerste zeeën toe vloeien. Steen en water, de twee materies op aarde die er altijd min of meer hetzelfde hebben uitgezien. Daar kunnen we ons wel een beeld bij vormen.
Het is een van de redenen waarom we jeeps met camera’s naar Mars toe sturen, sondes de ruimte in slingeren om beelden te gaan maken van Jupiter en zijn manen… Naast de data die ze ons sturen over de uithoeken van ons zonnestelsel krijgen we ook beelden van de ruimte waartoe onze Aarde behoort. We zoeken die beelden omdat de mens nood heeft aan het begrijpen van zijn omgeving, zijn geschiedenis en zijn erfgoed om zich verbonden te voelen met de wereld waarin hij leeft. Beelden helpen daarbij…
Ik weet niet of u dat ook heeft, en misschien ligt het aan het feit dat ik fotograaf ben, maar ik fantaseer graag over hoe de aarde er toen moet uitgezien hebben. De beginperiode moet heftig geweest zijn en kreeg van de geologen passend de naam Hadeïcum, de Helletijd. Een turbulente geboortefase met voortdurende inslagen van meteorieten, kleine planeten en andere rommel die in ons zonnestelsel rondvloog. Bombardementen noemen geologen het. Van die periode weten we bitter weinig. Er zijn enkele mineralen op aarde gevonden die we kunnen dateren tot 4.3 miljard jaar geleden en we hebben gegevens van meteorieten en onze maan die wijzen op een leeftijd van 4.6 miljard jaar geleden maar onze kennis van die periode is veel te fragmentarisch om een realistisch beeld te schetsen van hoe de aarde er toen uitzag.
Maar na het Hadeïcum, een losse 600 miljoen jaar (!) van chaos en bombardementen, zou dat hele zootje dan wat gekalmeerd zijn en kon de aarde beginnen aan zijn ‘vorming’. Ons beeld van de aarde toen is nog steeds heel fragmentarisch en vooral gebaseerd op hypotheses en creatief giswerk. We weten dat er veel water moet geweest zijn. De meteorieten en planetesimalen (kleine planeten) die tijdens het Hadeïcum insloegen op aarde bevatten veel ijs en brachten op die manier water op aarde. Al het water van de oceanen nu moet er toen ook al geweest zijn.
Waarschijnlijk was de aarde dus een grote watermassa met daarin ronddrijvende minicontinentjes die op elkaar botsten en weer afscheurden. We vermoeden dat alles vrij kleurloos was omdat er nog geen oxidatie in de atmosfeer was. Dat proces van verzamelen en weer opbreken zou doorgegaan zijn gedurende miljoenen jaren in eindeloze cycli van ijstijden en warmere periodes.
Door de studie van gesteenten en water vinden we brokstukken van informatie. Maar die kennis is als een boek lezen waar pagina’s en hoofdstukken in ontbreken. De hiaten in het verhaal proberen we zo coherent mogelijk in te vullen door een combinatie van theorie en verbeelding.
In grote lijnen weten we dus wat er gebeurd is maar de details ontglippen ons en het is ontzettend lastig om er ons een ‘beeld’ van te vormen. Als je wat googlet op hoe de aarde eruit zag 4 miljard jaar geleden krijg je verschillende computer-renderings te zien die er soms vrij spectaculair maar vooral heel… computer gegenereerd uitzien. Is dat omdat we het ons simpelweg niet kunnen voorstellen? Of omdat we nog veel gegevens ontbreken? Of omdat we geen referentiebeelden hebben? Soms lees je verwijzingen dat de aarde er kan uitgezien hebben als een bepaalde maan van Jupiter bijvoorbeeld, of stukjes landschap van Mars. We zoeken naar een verwijzing omdat we niet zomaar uit het niets met de informatie die we hebben een beeld kunnen vormen. Astronomen (NASA bvb) doen vaak een beroep op kunstenaars om hun beelden en data te ‘interpreteren’ en er een ‘voorstelling’ van te maken.
Als we toch een poging willen wagen, is de zee misschien een aanknopingspunt. Het is in elk geval een element dat sindsdien relatief weinig veranderd is. Neem een verlaten plek ergens langs de Noorse fjorden of de Zuid-Afrikaanse rotskust, denk de vogels en begroeiing weg en misschien zag de aarde er in het Precambrium ongeveer zo uit. Een eenvoudig en streng landschap, vrij monochroom met hoofdzakelijk bruine en grijze tinten, ondiepe, slingerende rivieren die het helder water naar de eerste zeeën toe vloeien. Steen en water, de twee materies op aarde die er altijd min of meer hetzelfde hebben uitgezien. Daar kunnen we ons wel een beeld bij vormen.
Het is een van de redenen waarom we jeeps met camera’s naar Mars toe sturen, sondes de ruimte in slingeren om beelden te gaan maken van Jupiter en zijn manen… Naast de data die ze ons sturen over de uithoeken van ons zonnestelsel krijgen we ook beelden van de ruimte waartoe onze Aarde behoort. We zoeken die beelden omdat de mens nood heeft aan het begrijpen van zijn omgeving, zijn geschiedenis en zijn erfgoed om zich verbonden te voelen met de wereld waarin hij leeft. Beelden helpen daarbij…